Mongolië

Mongolië ligt op de Mongoolse hoogvlakte en heeft een landklimaat met toendra’s en steppegebieden in het noorden, bergachtig gebied (Altaj) in het midden, en woestijn (Gobi) in het zuiden. De bevolking leeft overwegend nomadisch in traditionele vilten tenten, yurten, en voorziet in haar levensbehoeften door veeteelt; schapen, paarden en kamelen worden in vrij lopende kuddes gehouden.

In mei 1998 had ik de eer om als gastfotograaf met HT Wandelreizen via Peking op ontdekkingsreis mee te mogen naar Mongolië. Een prachtig land alwaar je je al snel eeuwen terug in de tijd waant. Een onmetelijke ruimte bovendien! Ter vergelijk; in Nederland, waar we nu met vijftien miljoen mensen zijn, zouden 50.000 mensen wonen, waarvan 10.000 in Amsterdam. Mongolië is een land waar een paard nog meerwaarde heeft boven een auto met name omdat er amper wegen te bekennen zijn. Het is het land van de nomaden, meereisend met hun kuddes, een land zo weids dat je je al snel kleiner voelt worden. Na een verblijf van 2 dagen in Ulan Bataar vertrekken we voor onze trek.

Na overleg werd besloten onze trek aan te vangen op een punt ongeveer 3 dagen rijden van UB. In die 3 dagen reden we ongeveer 900 kilometer met twee 4-wheels aangedreven auto’s. Na ongeveer 100 kilometer gereden te hebben over een weg vol met knoerten van gaten en bezaaid met glas van achteloos weggegooide flessen alcohol ( russische vodka?) hield de weg gewoon op en ging het verder op kompas, dwars door rivieren, woestijnachtige gebieden en bossen.

Na een paar uur rijden is er geen weg meer te bekennen. Natuur, alleen maar eindeloze natuur. Hier en daar wat nomaden of, zeer uitzonderlijk, ineens een tempeltje met wat huisjes. In Mongolië kun en mag je nog daadwerkelijk gaan wonen waar je maar wilt, ruimte genoeg.

Zover als ik kan kijken rotspartijen, steppes, woestijngrond, dan weer bos, de zon die opkomt, schaduwen die over het landschap glijden, absolute stilte. Ver in de verte een blaffende hond, een kudde schapen, een paar ruiters. Wat een natuur! Na twee dagen auto rijden komen we bij het stadje Kharkhorin, waar we een oud boeddhistisch klooster bezoeken met 108 Stupa’s eromheen en waar we even later in een zandstormpje terecht komen.

Onderweg treffen we voornamelijk aardige nomaden, waarvan sommigen nog nooit een buitenlander gezien hebben. Een prachtig volk, gehard door strenge winters, levend van hun vee en van wat de natuur hen geeft.

Aan het einde van de tweede dag wandelen belanden we op zo’n 2000 meter in een gure hagelbui en daalt de temperatuur van een graad of 20 vrij plotseling naar om het vriespunt.

Gelukkig is het de volgende dag als we op 3500 meter de top van de heilige berg Suvraga Hairhan betreden beter weer geworden en hebben we absoluut een topervaring!

Op de terugweg zien we wilde paarden en komen we wat wolvenjagers tegen. Stoere, jonge knapen met grote geweren, die op het punt stonden het te gaan opnemen tegen enkele van de 13.000.000 wolven die in Mongolië leven.

3 dagen later zijn we weer terug in Ulan Bataar, prachtige ervaringen rijker!